Featured

Noodkreet

Herma is radeloos van de pijn. Verplegend personeel rept van een psychiater, maar uiteindelijk biedt een anesthesist verlichting.

En dan komt het moment dat ik helemaal op ben. Radeloos van de narigheid die maar doorgaat en doorgaat, al mijn aandacht opeist en me totaal uitput. Hoe kan het nou dat het steeds slechter gaat in plaats van beter? Ik zou toch opknappen na de bevalling? Ik zou toch geen pijn meer hoeven lijden? Gek word ik ervan, en voor het eerst in al die weken geef ik een heuse noodkreet af.

Dat ik óp ben, dat het niet meer gaat, dat ze iets moeten doen, nu, omdat ik het niet meer houd. 'De pijnmedicatie werkt niet, de hete kruiken geven maar even verlichting dus er moet iets gebeuren', zeg ik, bitser dan ik normaal gewend ben te doen. Verpleging en artsen weten er geen raad mee.



De teamleider van de afdeling komt met me praten. 'Je moet begrijpen dat wij ook met onze rug tegen de muur staan. Voor ons is dit ook heel moeilijk, om te zien dat we zo weinig voor je kunnen doen. Misschien moeten we een psychiater laten komen.' Ik kijk hem aan. Wat is dit voor belachelijks? Een psychiater? Nu? 'Ik wil best met een psychiater praten, maar dan moet ik eerst van de pijn af zijn. Eerder heeft geen zin.' Woedend van machteloosheid bel ik Hein. Hij is het met me eens dat er iets moet gebeuren. Opnieuw gaan we in gesprek met de artsen. Het resultaat is dat er een anesthesist van de pijnpoli komt. Hij luistert naar me, schat de situatie in en besluit dat het hoog tijd is om de pijn te verlichten. Ik krijg morfine-injecties en later een morfinepomp die ik zelf kan bedienen. Daardoor zakt de pijn, kom ik wat meer tot rust en kan ik eindelijk weer eens een paar uur slapen. Over een psychiater wordt niet meer gerept.


Opnieuw gaan we in gesprek met de artsen. Het resultaat is dat er een anesthesist van de pijnpoli komt. Hij luistert naar me, schat de situatie in en besluit dat het hoog tijd is om de pijn te verlichten.

Naar boven