Zelf gratis 'thuisbezorgd', brengt hij nu andermans kinderen ter wereld
'Mijn zusje Wilma werd geboren als twaalfde in de rij. De huisarts zei tegen mijn ouders: 'De volgende is voor mijn rekening. Die bevalling doe ik gratis voor jullie.' Met een knipoog gezegd natuurlijk, maar hij hield woord. Toen ik werd geboren als dertiende en jongste kind, hoefden mijn ouders niets te betalen. Aucke glimlacht: 'Nu zet ik ze zelf op de wereld, als verloskundige hier in Utrecht. Mooi toch?'
Verloskundige met hart en ziel
Hij doet dit uiteraard niet gratis, maar wel met dezelfde toewijding als indertijd de huisarts uit Breukelen. Op een vrije dag even bij iemand binnenlopen, een keertje extra bellen als dit gewenst is. Een ingelast overleg met collega's over een lastige kwestie. Contact opnemen met de afdeling gynaecologie van het ziekenhuis om advies in te winnen. Geen enkel punt voor Aucke Lyckema a Nijeholt, voormalig verpleegkundige verloskunde en sinds 2006 werkzaam als verloskundige in de praktijk 'De Lekbrug' in de Utrechtse Leidsche Rijn.
Hij doet het met de prettige vanzelfsprekendheid van iemand die zijn vak met volle inzet en met plezier uitoefent. Die, als hij in de wijk de hond uitlaat, met een handopzwaai groet naar een gezin waarvan hij de beide kinderen op de wereld heeft gezet. Die in de rij bij de supermarkt soms in zijn oor krijgt toegefluisterd: 'Stt..., het is nog een geheimpje, maar je ziet me binnenkort wel, ik ben weer in verwachting namelijk.' Hij knikt begripvol in dit soort situaties, geeft een kneepje in iemands arm en vervolgt zijn weg. De betreffende vrouw treft hij vanzelf op zijn spreekuur voor een eerste consult.
Bevallingskosten als donatie aan de kerk
Zijn ouders hadden, plichtsgetrouw als ze waren, indertijd wél voor de dertiende bevalling gespaard. Dubbeltje voor dubbeltje, want ze hadden het niet breed. 'Mijn vader kon het niet over zijn hart verkrijgen om dit geld zomaar aan iets anders te besteden. Hij doneerde het volledige bedrag dat hij anders aan bevallingskosten zou hebben betaald aan de kerk.
Het tekent zijn vader, trouw aan zijn beginselen en met een groot hart. Het typeert ook het gezin waaruit hij komt: een warm nest waar plek was voor velen. Met veel gelach en gepraat. Een zoete inval. 'Mijn moeder was een prachtmens. Ze hield van mensen en van haar kinderen in het bijzonder. Ze is achtentachtig geworden. Op haar rouwkaart wilde ze als slechts één regel: Twee kinderen zijn mij voorgegaan. Dit refereerde aan haar oudste dochter die op 42-jarige leeftijd overleed aan leukemie, en aan haar tweede kind dat tijdens de geboorte overleed.'
Hij vertelt wel eens over deze laatste gebeurtenis als hij in gesprek is met ouders die een kindje verliezen rond de geboorte. Hoe ingrijpend het is, en hoe belangrijk het is dat een overleden kind een eigen plek heeft in het gezin.
'Mijn moeder sprak geregeld over hun tweede kind, een jongetje, dat tijdens de bevalling in nood raakte en stierf. Een voorliggende placenta is waarschijnlijk de oorzaak geweest van een enorme bloeding.' Vader bestelde bij een timmerman een klein kistje en regelde de begrafenis. Nadien sprak hij er nauwelijks over. In de tuin van Aucke's ouderlijk huis werd een speciale struik geplant die in de maand augustus bloeide. Ter nagedachtenis aan dit naamloos gebleven kind. Naamloos, maar met liefde genoemd. Een leven lang.
Aucke is met dit besef opgegroeid en vindt het vanzelfsprekend dat zijn moeder, met haar grote kinderschare, in haar hart ook altijd een plekje had voor haar overleden zoontje. Het heeft hem gevormd in hoe hij in het leven staat en beïnvloed in de wijze waarop hij zijn vak uitoefent. 'Tegenwoordig zijn de gezinnen kleiner en is een kind meer dan ooit gewenst. Als het dan mis gaat, drukt dat extra zwaar. De mythe is natuurlijk toch dat je alles kunt plannen en dat je een gezond kind op de wereld zet. Zorgvuldig getimed. In een mooi verbouwd huis. Tussen de bedrijven door. Maar zo werkt het niet altijd.'
Bliepende blackberry's op het spreekuur
Regelmatig treft hij ze op het spreekuur. In de nieuwbouw van Leidsche Rijn, met ruime, luxe ingerichte woningen van druk bezette tweeverdieners. Het liefst komen ze 's avonds op het spreekuur, omdat dit handiger uitkomt met werkafspraken.
'Heb ik twee bliepende blackberry's tegenover me. Dan is het lastig om een volgende controle te plannen. Ik zeg altijd tegen de vrouw: 'Jij bent degene met wie ik een afspraak maak, en tegen de aanstaande vader meld ik: 'Doe je best om het zo te organiseren dat je erbij kunt zijn.'
Vaak zie je de vaders alleen bij de echo's meekomen. Want tja, op het moment dat er piepjes, beelden en andere spannende apparatuur bij komt kijken, dan zijn de heren geïnteresseerd. Alleen maar wat voelende handen op de buik en wat routinecontroles, da's minder boeiend natuurlijk.'
Hij lacht breeduit terwijl hij dit vertelt, en maakt met handgebaren duidelijk dat zijn uitspraken relativering behoeven.
De techniek is in toenemende mate deel gaan uitmaken van de verloskundige praktijk. Meer echo's, meer screening, meer technische snufjes. Hij werkt er volop aan mee. Zolang het 'zelf voelen met de handen' maar bewaard blijft als onderdeel van het medisch handelen. 'Dat leer je al doende, een inschatting te maken op basis van wat je voelt en ziet. Ondersteunende apparatuur is prima daarbij. Dat functioneert als een soort wakend oog. Ik let er in onze verloskundige praktijk wel op dat vrouwen zelf niet teveel gaan leunen op echo's. Na twintig weken voelt de moeder het kind bewegen in de buik. Dáár moet ze op leren vertrouwen, en niet alleen maar op de echo's kijken of het nog leeft.'
Sommigen hebben daar extreem bevestiging in nodig. Als het nodig is, geeft hij die bevestiging met een echo. 'Als het te ver gaat, bespreek ik dat met zo'n vrouw. Dan ga ik graven om te zien wat er achter zit. Wanneer die angst zo groot is, is het misschien goed om daar wat mee te doen. Anders neem je die angst mee de bevalling in. Soms verwijs ik ze om die reden door naar een psycholoog.'
Gepokt en gemazeld in de praktijk
Hij is wel wat gewend na jarenlang werkzaam geweest te zijn als verpleegkundige op de afdeling verloskunde in diverse ziekenhuizen. Voorheen fungeerde hij met collega-verpleegkundigen als de ogen en oren van de artsen. Overlegde hij als teamleider over de optimale zorg aan patiënten.
In zijn huidige werk is hij een stuk zelfstandiger in zijn handelen. Al is ook hier veelvuldig overleg over zwangeren wanneer de situatie dit vraagt. Een voordeel nu in zijn rol als verloskundige is dat hij bekend is met de werkwijze in het ziekenhuis, de 'taal spreekt' en vaak ook artsen bij naam en toenaam kent. Dit vergemakkelijkt het contact en daarmee de eventuele overdracht van vrouwen die van gezonde zwangeren opeens zieke patiënten worden.
Vertrouwen op oor en oog: niet-pluisgevoel is leidend
Naast zijn handen en de apparatuur als 'wakend oog', vertrouwt Aucke vooral op zijn eigen oor en oog. 'Via de telefoon kan je aardig inschatten hoe het met een zwangere is.' De stem, de manier van praten, het verschaft hem al de nodige informatie. Daarbij is het van belang dat je je pappenheimers kent natuurlijk.
'Meestal is een vrouw bekend van eerdere afspraken, van eerdere zwangerschappen soms. Dat maakt het gemakkelijker om een situatie te taxeren. Afdoende is het niet. Iemand in de ogen kijken, zegt mij veel meer.'
Daarom aarzelt Aucke niet om de auto te pakken en een zwangere te bezoeken als hij dit wenselijk acht. Of als omgekeerd een zwangere of haar partner hierom vraagt. 'Hierin volg ik mijn intuïtie, of niet-pluisgevoel zo je wilt. Liever ga ik twintig keer voor niets eruit, dan dat ik die ene keer dat het erom spant, zou missen.'
Van 'gezonde ziekte' naar 'gevaarlijke bedreiging'
Ongetwijfeld komt hier zijn ruime ervaring als verpleegkundige om de hoek kijken. In verschillende ziekenhuizen, zowel academisch als in de periferie, heeft hij op de afdeling verloskunde dag in dag uit kunnen zien hoezeer een zwangerschap opeens van een 'gezonde ziekte' kan overslaan in een 'gevaarlijke bedreiging'. De nachtmerrie van elke verloskundige en gynaecoloog. Dat zijn deze vrouwen die pre-eclampsie of HELLP ontwikkelen.
'Meermalen heb ik aan het bed gestaan van ernstig zieke zwangeren die met opgeblazen gelaat als gevolg van oedeem in bed lagen. Met zorgwekkend lage trombocyten en veel te hoge leverwaarden. Met eiwit in de urine en een dreigend insult door een verontrustend hoge bloeddruk.' Automatische bloeddrukmeters, zoemende monitoren en een druppelend waakinfuus. Hij kan de beelden zo oproepen. Pre-eclampsie en HELLP zijn voor hem geen onbekende grootheden maar bij wijze van spreken even vertrouwd als zwangerschapsstriemen en andere kwaaltjes.
'Het verplegen van deze groep vrouwen heeft mij wel op de verschijnselen gespitst gemaakt. Vage buikklachten, met name hoog in de buik, sterretjes zien, een grieperig gevoel. Dan zit ik al in de auto bij wijze van spreken. Meestal loos alarm hoor. Toch heb ik in de afgelopen tijd twee keer HELLP-patiënte doorgestuurd naar het ziekenhuis. Of juister gezegd: afgeleverd in het ziekenhuis.'
Veel te levendige reflexen
'Ik herinner me een zwangere die al was uitgerekend. Ik sprak haar telefonisch, ze klonk mat. Het zat me niet lekker en ik wilde haar zien. Toen ik bij hen thuis boven in de slaapkamer de lamp aandeed, kromp ze al ineen. Het felle licht kon ze amper verdragen. Toen ik haar knie aantikte om haar reflexen te meten, vloog haar been de lucht in. Levendige reflexen noemen ze dat in vaktermen. Veel te levendig. Ik weet dat sommige vrouwen met HELLP denken dat zolang ze die reflexen maar flink hebben, het nog wel goed zit met hun gesteldheid. Het tegendeel is waar!
Hoewel de vrouw al volop weeën had, bedacht ik me geen moment. Ik nam haar mee in mijn eigen auto. Wachten op de ambulance, daar was geen tijd voor. Ternauwernood op tijd in het ziekenhuis, krijgt ze persdrang én een eclamptisch insult. Tegelijk! De hartslag van de baby was op een gegeven moment nog maar 61. Gevaarlijk laag.'
Totale blackout 'Ik zie nog haar man tegen de muur geplakt staan. Verbijsterd over wat zich voor zijn neus afspeelt. Zijn vrouw in een stuip, al heel akelig om te zien natuurlijk, en dan tegelijkertijd je kind gehaald zien worden met een vacuümpomp. Dat was zelfs voor deze nuchtere Fries een hele ervaring.' De kraamvrouw zelf wist zich nadien niets meer te herinneren. Zij had een totale blackout, kon niks terughalen van de geboorte van haar kind.
'Dat zijn natuurlijk situaties die je bijblijven. Echt kippenvel. Het gekke is dat ik naderhand toch ook denk: 'Gelukkig was het inderdaad HELLP. Heb ik dat mens niet voor niets in mijn auto gesjord.' Beroepsdeformatie? Een vorm van opluchting na het stellen van de juiste diagnose? Feit is dat Aucke in de nazorg alle zeilen bijzet om dit stel behulpzaam te zijn bij de verwerking van deze gebeurtenis.
'Heel vaak heb ik deze mensen bezocht. De man nam het redelijk nuchter op al met al. Voor haar ging dit bepaald niet vanzelf. Volkomen begrijpelijk vind ik. Ze verkeerde in een levensbedreigende situatie, en daarmee haar kind ook. Herhaaldelijk heb ik verteld wat er is gebeurd, hoe de bevalling is gegaan. Vooral ook heb ik haar het woord laten doen, zodat zij kon uiten hoe zij het heeft beleefd. Stukje bij beetje merk ik dat het werkt. Dat ze opkrabbelt, de puzzelstukjes van deze bevalling in elkaar legt. Het is fijn om iemand in deze omstandigheden een luisterend oor te kunnen bieden.'
Als professional intens betrokken
Peinzend: 'De vrouwen die HELLP krijgen, blijven me toch sterk bij, merk ik. Je bouwt zo'n intens contact op die mensen. De zorg om moeder en kind is zo groot dat je in relatief korte tijd heel veel met elkaar deelt.'
Soms is het lastig in dergelijke situaties zijn professionaliteit te bewaren. 'Het is mij gebeurd dat ik bij terugkeer van vakantie hoorde dat een kindje dat al lang in de couveuse lag, het uiteindelijk toch niet heeft gered. Dan moet ik wel wat wegslikken.'
Helderheid scheppen
De samenwerking met gynaecologen luistert nauw, zeker in dit soort levensbedreigende situaties. 'Ik prijs me gelukkig met een goede band met een aantal gynaecologen in diverse ziekenhuizen. Ze nemen me serieus en denken actief mee. Het helpt als je elkaar kent over en weer. Dat vergemakkelijkt de overdracht, zeer zeker. Het voorkomt misverstanden en schept helderheid.
Wat dat betreft ben ik geen voorstander van de grote verloskundige centra zoals die gepland staan. Voor je het weet, creëer je met elkaar een soort anonieme baarfabriek.
Net zoals je je patiënten moet kennen, vind ik dat je je collega's en artsen in het ziekenhuis hoort te kennen. Dat komt de zorg ten goede, vind ik.'
Of vrouwen thuis of in het ziekenhuis bevallen, is voor hem geen issue. En een ruggenprik? 'Doe ik niet moeilijk over. Als iemand erg veel pijn heeft, kan dit verlichting brengen, waardoor de bevalling soepeler verloopt. Ik ben niet van het type dat je alleen met veel lijden en pijn een kind kan baren. Soms kan het niet anders dan met wat hulp, in wat voor vorm dan ook.'
Zonder belaste voorgeschiedenis, zoals bijvoorbeeld een medische aandoening bij de zwangere of een problematisch verlopen eerdere zwangerschap, kan wat Aucke betreft een vrouw thuis prima bevallen. Een stel dat liever in het ziekenhuis bij een verloskundige wil bevallen, kan op zijn volledige medewerking rekenen. 'Dat je alleen thuis een eigen sfeer kunt creëren, is grote onzin. Dat kan in een ziekenhuis net zo goed. Dat romantische beeld van bevallen met kaarslicht en muziek, daar moeten we eens vanaf. Het ziekenhuis kan ook sfeervol zijn. Het is net wat je er zelf van maakt.'
Bijzonder afscheid - los van tijd en plaats
Al pratend komt de herinnering terug aan een echtpaar dat afscheid moest nemen van hun pasgeboren kind. Het was in de tijd dat hij teamleider was op de afdeling verloskunde van het UMC Utrecht. Als gevolg van een ernstige HELLP bij de moeder was de baby, een meisje, zowel prematuur als dysmatuur. Te vroeg geboren dus en te klein voor de duur van de zwangerschap.
Al snel werd duidelijk dat het kindje het niet ging redden. In een kamer apart, begeleid door artsen en verpleegkundig personeel, nam dit stel afscheid van hun dochter.
De vrouw ernstig ziek, zo van de recovery na de spoedkeizersnede, nog met alle medische toeters en bellen aan haar lijf. De vader die tevergeefs met de ambulance en de baby op en neer was gereisd naar het WKZ, toen nog in de binnenstad van Utrecht. Hun dochter, met handbeademing door een arts ondersteund, tot ze uiteindelijk op haar moeders borst overleed.
Aucke: 'Op het oog een rampzalige toestand. Toch zat er ook een andere kant aan. Ze wisten daar op die ogenschijnlijk kille en kale ziekenhuiskamer met elkaar een bijzondere sfeer te creëren. Los van tijd en plaats. Dat was voor hen heel waardevol.'
Een goed afscheid van het leven is net zo belangrijk als een goede start ervan. Aucke beaamt deze uitspraak en is even stil. Dan vervolgt hij: 'Nadat mijn vader was overleden, vonden we in zijn portefeuille een opgevouwen papiertje. De rekening van het kistje voor zijn overleden kind. Al die jaren had hij dit bij zich gedragen. Niemand van ons die het wist.'