Laveren tussen intuïtie en ratio
'Intuïtie en ratio. Die twee strijden bij mij voortdurend om voorrang. Dat gebeurde in de periode dat ik HELLP ontwikkelde, en het manifesteert zich ook op andere levensterreinen. Inger Bos over de angst die ze voelde tijdens haar tweede zwangerschap.
Momenteel ben ik me aan het oriënteren op een andere functie binnen de organisatie waar ik werk. Die worsteling tussen gevoel en verstand speelt opnieuw. Ik merk het aan de manier waarop ik ermee omga. Intuïtief weet ik: 'Dit lijkt mijn droombaan, maar het wordt 't op de een of andere manier niet.' Vanuit mijn ratio ga ik er vervolgens tegenin: 'Als ideale kandidaat voor deze baan maak ik een uitstekende kans. Schrijf een brief, ga ervoor!' Naar dat inwendig zeurende stemmetje luister ik dan liever niet.'
'Raad eens wat er gebeurt? Ik kom op een gesprek. Mij wordt verteld dat ik de ideale kandidaat ben. Maar ook dat ik de functie vooralsnog niet krijg. Eerst willen ze de organisatie eens tegen het licht houden, kijken welke koers men op wil. Daar sta je dan met je ratio. De intuïtie lijkt de lachende winnaar. En wat schiet ik ermee op?'
De indringer die de regie overnam
Ze draait haar gezicht in een grijns. Met humor en zelfspot schetst Inger Bos zichzelf en de situatie waarin ze verkeert. Vlot pratend, tegelijkertijd zeer zorgvuldig in haar woordkeus, bewust van het effect van haar woorden. Een dag na ons gesprek stuurt ze me speciaal een mail. Of ze wel genoeg benadrukt heeft dat zij en haar man dol en dolblij zijn met hun twee meiden.
Ik zou eens anders kunnen concluderen op grond van haar verhaal. De doorstane ellende na de plotselinge HELLP na de geboorte van haar eerste dochter. De angst en vrees die deze gebeurtenis opriep toen ze zwanger was van de tweede, wederom een meisje. Stel dat ze nog een keer zo zou worden overvallen door die stille potentiële sluipmoordenaar. Die indringer in haar lijf, die, zo leek het wel, de regie overnam. Plotsklaps.
De bevalling van haar oudste dochter Minke, eind augustus 2007, was pittig en kende een lange aanloop. Toen Minke ter wereld kwam, voelde Inger zich fantastisch. Ze herinnert het zich als een glorieus moment. 'Met een grote glimlach lag ik daar in het ziekenhuisbed. Zo trots als een moeder maar zijn kan. Het was gelukt! Ons kind op de wereld gezet.'
Al voor de conceptie een ziekenhuisindicatie
Zo gemakkelijk was de start van deze zwangerschap niet geweest. De weg naar de afdeling gynaecologie was bekend, maar niet vanwege een zwangerschap. Een operatie vanwege een forse vleesboom, het zat haar niet mee. De indicatie voor een ziekenhuisbevalling lag bij wijze van spreken al klaar voordat de conceptie had plaatsgevonden. Vandaar dat de euforie voor Inger compleet was op 31 augustus 2007, in het kraambed in het Leids Universitair Centrum.
Vergeten waren de knetterharde weeën die, na een aarzelende en tergend trage start, de volledige ontsluiting tot stand brachten. Uit het geheugen gewist waren de misselijkmakende vermoeidheid in de weken voor de uitgerekende datum, het overgeven, de eiwitten in de urine die even plotseling opdoken als dat ze weer verdwenen. Vreemd, had ze gedacht. Ze had er even bij stilgestaan, maar het daarna direct weer weggestopt, vertrouwend op de wetenschap. Weg was de herinnering aan haar stijgende bloeddruk die de artsen op enig moment 'niet meer konden vinden'. Het smeken om pijnstilling na eindeloze uren van langzaam toenemende weeën. Onopgemerkt bleef de stekende pijn in haar bovenbuik.
Acht pond geluk
Wat restte was de gelukzalige herinnering aan totale ontspanning na toediening van de verlossende ruggenprik. De welhaast stormachtige kracht van de weeën. De aanmoedigende woorden van partner en aanstaand vader Mart. Het heerlijke gevoel van te mogen gaan persen. Op weg naar het laatste eindje van de bevalling. De triomf van in het moment zijn, en merken dat het lukt. Eindelijk. Een dochter. Acht pond geluk.
'Echt, ik was zo trots. Een meisje op de wereld gezet. Wij samen! Dat Minke al snel met koorts werd afgevoerd naar de medium care, deerde me gek genoeg niet eens zo. Ze was zo groot en stevig. Dat komt wel in orde, dacht ik. Ik wilde graag douchen. Pufheet had ik het na alle inspanning. Ik was bezweet, voelde me benauwd. Ik dacht gewoon overeind te komen, met een zwaai mijn benen over de rand. Zo gemakkelijk ging dat niet. Verpleegkundigen moesten me helpen, ik kon alleen maar zittend douchen. Na het douchen mochten Mart en ik op een aparte kamer even bijkomen van de bevalling. En daar werd ik ontzettend beroerd. Draaierig, klammig van de uitputting, ik lag daar maar wat te liggen. Ik snapte er niks van. Hoe kon dat nou opeens?
Hoog in mijn buik deed het ook zo zeer. Daar had ik wel eerder last van gehad, maar dat was omdat de baby tegen mijn ribben schopte. Toch? De verpleegkundige kreeg in de gaten dat er iets niet in orde was. Ze vroeg door op mijn pijnklachten, informeerde of ik hoofdpijn had. Jaaah, zei ik, en veel meer kon ik al niet meer uitbrengen. Ik zakte slap als een vaatdoekje weer in de kussens. Niets kon ik meer, alleen maar plat liggen in een poging mijn bonkende hoofd zo veel mogelijk te ontlasten.'
Het toeval wilde dat Inger krap tien maanden daarvoor, dus nog voordat ze zwanger was, een themadag over HELLP had bijgewoond. Niet dat dit onderwerp haar speciale belangstelling had, maar twee sprekers op die dag waren bekenden van haar. Ze was geïnteresseerd in hun bijdragen. Inhoudelijk, maar ook in hun manier van presenteren. Zelf moest ze vlak daarna een voordracht over jeugdliteratuur houden, iets waar ze met spanning naar uitkeek. Inger dacht in één moeite door de kunst even af te kijken.
'Ik vond de verschillende bijdragen indrukwekkend. Zo ziek zijn geweest en daar dan zo over weten te vertellen. De aanwezige artsen hadden ook een helder en duidelijk betoog. De hele dag stond in het teken van deze aandoening. Ongemerkt deed ik dus heel wat kennis op over het HELLP-syndroom.'
Achteraf pas heeft Inger dit zich gerealiseerd. 'Op het moment zelf dacht ik nergens meer aan. Ik voelde me zo beroerd.' Feit is dat er heel serieus op haar klachten werd gereageerd en dat daarmee mogelijk erger leed is voorkomen. De omstandigheid dat ze al in een academisch ziekenhuis was, met alle gespecialiseerde kennis bijeen, werkte in haar voordeel. Snel ingrijpen kan per slot van rekening bij deze aandoening levensreddend zijn. 'Maanden later, vlak voordat ik weer aan het werk ging, durfde ik het aan om wat ervaringsverhalen van HELLP-patiënten te lezen. Ik schrok me te pletter. Ik las over een vrouw die overleed als gevolg van HELLP. Dat was heftig. Het kwam nog meer bij me binnen toen ik uit het verhaal opmaakte dat zij pas na de bevalling HELLP had ontwikkeld. Net als ik. Zo had het met mij ook kunnen gaan.'
Dat besef drong pas later door. Na dagen van stil liggen in een kamer apart, met magnesiumsulfaat tegen dreigende insulten, medicatie tegen de hoge bloeddruk, aanhoudende hoofdpijn en een maar langzaam afnemend gevoel van algehele malaise. Dochter Minke was inmiddels klaar met haar antibioticakuur en goed opgeknapt. Het voeden, verschonen en badderen van haar 'acht pond geluk' heeft Inger aan anderen moeten overlaten. Met pijn in het hart. Het ging niet. Ze was te ziek.
Een blozende baby en een gammele moeder.
Eenmaal thuis ziet ze zich voor de zware taak geplaatst de zorg voor haar kind op zich te nemen. En dat terwijl ze zich zelf nog zo broos en zwakjes voelt. Ze spreekt zichzelf stevig toe en doet dappere pogingen gewoon de draad weer op te pakken. Hierin komt ze zichzelf behoorlijk tegen.
'Ik voelde me zo stom. Zo moe. Huilerig. Dat kon ik eigenlijk niet bij mensen kwijt. Mijn moeder en mijn zus, zij hebben heel wat telefonische huilpartijen meegemaakt. Ik voelde me zo kwetsbaar en ellendig soms. Oppeppen voor speciale gebeurtenissen, dat lukte me nog wel. Iemand die op kraamvisite kwam, een verjaardagsbezoekje afleggen. Ik hield mezelf groot en dan ging het wel. Weer thuis kwam vervolgens de terugslag. Mart heeft heel wat over zich heen gehad in die periode. Dat was zwaar voor ons allebei.'
Een neus voor 'leespareltjes'
Toch ging Inger aan het eind van haar zwangerschapsverlof gewoon weer aan het werk. 'Het ging niet altijd even soepel en soms was ik bekaf. Aan de andere kant vond ik het ook wel fijn weer aan de slag te zijn. Pas na een tijdje zat ik weer in mijn normale werkritme en draaide ik weer volledig mijn uren.'
Als redacteur jeugdliteratuur bij NBD/Biblion heeft ze een drukke baan die haar volledige aandacht opeist. Daarnaast is ze jurylid van de Griffeljury voor jeugdliteratuur en recenseert ze jeugdboeken voor de site Leesfeest.nl. Lezen is haar tweede natuur. 'Zo'n beetje alles wat er verschijnt aan jeugdboeken in Nederland, zie ik voorbij komen.' Als veellezer heeft ze op grond van haar enorme leeservaring een zesde zintuig ontwikkeld voor 'leespareltjes'. 'Inmiddels weet ik het kaf wel van het koren te scheiden. Daar ontwikkel je een neus voor', lacht ze.
Volkomen onlogisch
Dat zesde zintuig blijkt, krap een jaar na de geboorte van Minke, opnieuw cruciaal. Ditmaal voor haar partner Mart. Op 3 augustus 2008 vindt een ingrijpend incident plaats in het leven van Inger en haar gezin. In Italië, aan het begin van hun vakantie, krijgt Mart een hartinfarct.
Inger: 'Mart had al tijdens onze autorit naar Italië last van kortademigheid. Hij klaagde over pijn in zijn schouderbladen en een vervelend gevoel aan zijn arm. Eerst dacht ik nog dat het een uiting van stress was. Hij had een waanzinnig drukke periode achter de rug. Zijn weerstand was wat minder. Daar gooide ik het op.'
Klassieke voortekenen waren het, achteraf gezien. 'Diep in mijn hart wist ik dit ook wel. Maar ik wilde er gewoon niet aan. Kom op zeg, hij was 42! Net een half jaar gestopt met roken. Dan is een hartinfarct toch niet logisch?'
Mart, die ons thee inschenkt en haar woorden opvangt: 'Tja, stoppen met roken en dan een half jaar later een hartaanval krijgen. Dat is net zoiets als een themadag over het HELLP-syndroom bijwonen en dan negen maanden later zelf HELLP krijgen. Volkomen onlogisch.'
Inger lacht en zegt met gespeelde wanhoop: 'Inderdaad was dat heel opmerkelijk. Ik heb een enkele keer zelfs gedacht dat ik door mijn bezoek aan de themadag HELLP over mezelf heb afgeroepen. Zo kan mijn denken met mij op de loop gaan.' Mart: 'Nou, dat gold niet voor mij. Ik dacht: 'Gelukkig ben ik al met roken gestopt. Dat scheelt toch alweer.'
Druk met regelen
De vakantie die rust moest brengen, kende behalve een hectische start een snelle aftocht. 'Het was surrealistisch bijna. Na Marts opname in een plaatselijk ziekenhuis, was ik voornamelijk aan het bellen met de hulpdiensten in Nederland. Niets ging vanzelf. Werkelijk voor alles moest ik iets zien te regelen. Steeds maar weer bellen om ergens toestemming voor te vragen. Woedend werd ik ervan.
Alles op alles heb ik gezet om zo snel mogelijk naar huis te kunnen. Langer daar blijven wilde ik absoluut niet. In de bloedhitte met een kind van nog geen jaar en een hartpatiënt! Ik zag het niet zitten om met een baby en een zieke man naar Nederland te rijden met de auto. Dat werd uiteindelijk een treinreis met z'n drietjes.'
Weer thuis volgt Mart een revalidatieprogramma en werkt hij aan zijn herstel. Rust heerst er vooralsnog bepaald niet in huize Bos-Rietbroek. 'We wilden al langer een ander huis, zeker na de komst van Minke. Ons droomhuis diende zich aan en dat hebben we gekocht. Ons oude huis moest nog verkocht, het nieuwe ingericht. Drukke tijden dus. Eind januari, een half jaar na Marts hartaanval, verhuisden ze naar Voorschoten. Vlak daarna bleek Inger zwanger.
'Ik had gelezen over vrouwen die na een doorgemaakte HELLP nooit meer een zwangerschap aandurfden. Puur uit angst dat het hen nog eens zou gebeuren. Dat vond ik zo'n rare gedachte. Daar had ik totaal geen last van. Tuurlijk durfde ik nog een zwangerschap aan. Veel te leuk, een zusje of broertje voor Minke.'
Geen wolkje aan de lucht dus. Totdat het eenmaal zover was.
Zelfbescherming
'Vanaf het moment dat ik wist dat ik weer zwanger was, sloeg ik om als een blad aan de boom. De zwangerschapstest was positief, en vanaf die dag was er onrust in mijn lijf. Angst, angst, angst. Het was voortdurend bij me. Ik kon er niet aan ontsnappen, wat ik ook deed. Denk maar niet dat ik dit ook echt uitte.
Mijn ratio werkte op volle toeren in die tijd. Als ik erop terug kijk, heb ik mijn emoties steeds verstopt in rationele redeneringen. Ik deed volop aan struisvogelpolitiek, kon mijn angst niet onder ogen zien. Ach, dat denken. Ik deed niet anders! Uit zelfbescherming. Om het maar van me af te houden, het niet onder ogen te hoeven zien.
Uit voorzorg kreeg ik extra controles in het ziekenhuis. Iedereen informeerde hoe het met me ging. Ze waren heel lief voor me. Toch miste ik iets. De begeleiding op het mentale vlak was magertjes, vond ik. Het bleef aan de oppervlakte, scheerde daarlangs waar het eigenlijk om ging. Vermoedelijk had ik daar zelf ook een rol in hoor. Ik weet dat ik mijn zegje wel kan doen, goed uit mijn woorden kan komen. Daar zit natuurlijk juist het venijn. Prima in staat om overal lekker rationeel omheen te kletsen, dat ben ik ten voeten uit!'
Heel lang kon ze met haar verstand de deksel stevig op de put houden. Zo omzeilde Inger het meer van de peilloze angst, en plonsde ze uiteindelijk in haar uppie het diepe in.
Angst en paniek namen het roer over
De bevalling diende zich aan. Dat was hét moment waarop ze de vorige keer de grip kwijt raakte. Het onheil zich aandiende. Het ontaardde in totale paniek, waarbij Inger bijna kopje onder ging.
'Ik was zo bang tijdens de bevalling. Totaal gebrek aan zelfvertrouwen, ik voelde me heel snel ontmoedigd, klein en kwetsbaar. Mart mocht geen stap van me weg, geen sms'je sturen, niet even naar de wc. Niks. Zo afhankelijk voelde ik me. Hoe moest ik dit ooit tot een goed einde brengen?'
De strijd tussen ratio en intuïtie stak ook hier de kop op. 'Mij was gevraagd of ik mee wilde werken aan een onderzoek naar twee vormen van pijnbestrijding. Hiervoor moest tijdens de bevalling om het uur mijn bloeddruk en mijn temperatuur gemeten worden. Ik herinner me nog dat ik vooraf dacht: Niet doen Inger, niet aan meedoen. Maar ik deed het toch. Liet ik me ompraten? Koos ik er zelf voor? Dacht ik er goed aan te doen mee te werken? Geen idee. Het enige wat ik weet is dat ik er achteraf gruwelijke spijt van heb. Degene die de bloeddruk kwam meten, deed dit onhandig; ze had waarschijnlijk niet veel ervaring met barende vrouwen. Mijn rust, voor zover ik die nog bezat, werd erdoor verstoord. Stom dat ik dit, tegen beter weten in, heb gedaan.'
Aandacht voor het gevoel
Dit type zelfverwijt sputtert lang door. Inger denkt nog regelmatig terug aan wat ze anders had kunnen doen. Welke opstelling had haar meer rust gebracht? Hoe had ze meer ontspannen de tweede bevalling kunnen ingaan? Maar ook: hoe kan de begeleiding vanuit het ziekenhuis op een aantal punten verbeterd?
'De focus lag erg op de medische begeleiding. Logisch natuurlijk, dat was nodig en nuttig. Alleen: er is meer. Een bevalling en de voorbereiding daarop vraagt mentaal veel van je. Er was wel aandacht voor die mentale kant, maar die bleef bij het laten weten dat de kans op herhaling heel klein zou zijn. De rationele kant van het verhaal, verder ging het niet. Ook belangrijk, maar er mag best meer aandacht voor de emotionele kant komen.'
Gericht vragen stellen over hoe een vrouw zich voelt, of ze bang is. Niet om haar wat aan te praten, maar om angstgevoelens er simpelweg te laten zijn. Zo voorkom je dat die angst onbesproken blijft en haar onverwacht overspoelt. Het had in Ingers geval veel ellende gescheeld.
'Het is voor mij een belangrijke motivatie om aan dit interview mee te werken. Om anderen erop te wijzen hoezeer angst met je op de loop kan gaan. Hoe het je in de weg kan zitten bij de beleving van je volgende zwangerschap. Het doet me soms echt pijn dat die bevalling van onze tweede dochter zo moeizaam ging. De paniek nam het van me over en ik verzoop er bijna in. Apart was wel dat nadat Jelka was geboren, ik meteen de onrust voelde wegstromen. Ik wist intuïtief: het is goed zo. Dit wordt geen HELLP. Alle controles die ze voor de zekerheid bij me deden, daarvan wist ik: 'Joh, niet nodig. Het is allemaal dik in orde. Niets aan de hand'. Zoals de angst zich in mij nestelde bij de start van de zwangerschap, zo vloeide diezelfde angst weg bij de geboorte van onze dochter. Wonderlijk maar waar.'
Op dat moment maakte de ratio, het denken dat de angst voedde, weer plaats voor de kracht van de intuïtie.