Ingebouwd in kussens lig ik in mijn bed, luisterend naar geluiden in de verte. De verpleging bij de balie, het geruststellende gepruttel van de apparaten om me heen en de stevige tred van iemand op de gang. De morfinepomp heeft een heilzame maar tegelijkertijd versuffende werking want pas als mijn hand wordt vastgepakt en ik verschrikt mijn ogen open, zie ik dat de internist op de rand van mijn bed zit.
Bij een vriendin op kraamvisite. Ik heb haar zoontje vast – een lichtgewichtje van vier pond, maar toch nog vier keer zo zwaar als Joanne bij haar geboorte. Onvoorstelbaar.
Haar aanwezigheid en haar levenswil waren zo groot dat haar geringe lengte en gewicht erbij wegvielen.
5 december is een dag als alle andere, zij het dat Zwarte Piet wat pepernoten bij mijn bordje strooit. Als beloning voor zijn attentie krijgt hij een flauw glimlachje. Eten doe ik ze niet omdat mijn lichaam nog geen voedsel verdraagt; zelfs een hapje vla komt er meteen weer uit. Een dag later komt nichtje Isabelle(4) voor het eerst op bezoek.
Een week voordat ik naar huis mag. Het ergste is medisch gezien voorbij. Geen levensbedreigende situatie meer. Dat blijkt vooral uit het afnemende aantal artsenbezoekjes. Weliswaar paradeert er iedere dag nog een indrukwekkende hoeveelheid witte jassen langs mijn bed, maar dat staat in geen verhouding tot de topdrukte van de weken daarvoor. Toen was het vaak een nerveuze toestand met veel overleg tussen artsen van diverse disciplines en het verplegend personeel, dat soms minstens zo wanhopig als wij meldden dat het zo niet langer kon, dat mevrouw te veel pijn had, dat er iets moest gebeuren.
Als ik in staat ben zonder hulp een trap te bestijgen, mag ik naar huis. Aan het einde van de gang, bij de liften, is het trappenhuis waar ik aan de arm van de fysiotherapeut naar toe schuifel. Twee weken doen we erover om er te komen. Ik ben het lopen totaal ontwend en mijn benen zijn akelig dun geworden en het lijkt alsof alle spieren zijn verdwenen. De eerste week kom ik niet verder dan de muren van mijn kamer.
Na bijna zes weken ziekenhuis mag ik dan toch naar huis. Nou ja, huis? Ik ga meer op tournee. Logeren op verschillende adressen waar voor me gezorgd wordt, want zelfstandig kan ik me nog niet redden. Bovendien heeft Hein zijn handen vol aan de aanstaande verhuizing naar Amersfoort.